Groeps Dynamica

Betekenis
Groepsdynamiek, of het synoniem groepsdynamica (Engels: group dynamics) heeft twee betekenissen:
1. Groepsdynamica is de wetenschappelijke studie van groepen. 
2. Groepsdynamica is een generieke term voor de processen die zich in groepen afspelen en de interventies die je kunt uitoefenen.

Afhankelijk van de bril die je opzet kun je dus spreken over het uitvoeren van 1. sociaal-psychologische experimenteren met echte groepen of de 2. gereedschapskist om groepen te analyseren en interveniëren.

- Groepsdynamiek en groepsdynamica worden ook wel de “psychologie van de kleine groep” genoemd.

- Bij groepsdynamica en groepsprocessen kijken we naar de invloed die we op elkaar uitoefenen binnen de groep.

 

Groepen maken altijd een aantal fases door. Deze fases van groepsvorming vinden plaats in elke groep, dus ook in je schoolklas. In deze fases bepalen de groepsleden bewust en onbewust hoe de groep zich zal gaan gedragen, wie de leiders worden, of er een zondebok aangewezen wordt, enz. Bij elke fase hoort een bepaald verloop. Als je niet zou ingrijpen, volgt dat verloop de wetten van de groepsdynamica.
 
Door te anticiperen op het verloop, kun je het proces ombuigen ten gunste van een goed groepsklimaat. Dat laatste is handig, want dat betekent dat je na een tijdje een gezellige, goed werkende groep hebt. En in een goed werkende groep met een fijne sfeer heb je minder kans op probleemgedrag.

Fases in groepsvorming

De fases in groepsvorming zijn:
  • Forming
  • Storming
  • Norming
  • Performing
  • Termination
1. Forming
 
De groepsleden kennen elkaar nog niet, of als de groep vorig jaar al bij elkaar was, weten de groepsleden niet of alles bij het oude is gebleven. Hoe jonger kinderen zijn, hoe meer ze in de grote vakantie zijn veranderd. Het is een verkenningsfase, die bij nieuwe groepen één à twee weken duurt en die bij groepen die elkaar kennen wat korter kan duren. De groep is in deze fase vaak nog heel rustig. De kinderen zijn meer bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op de anderen. In deze fase zorgt de leerkracht vooral voor veiligheid.
 
2. Storming
 
De groepsleden weten ondertussen een beetje wat ze van de anderen kunnen verwachten. De grenzen van de eigen veiligheid zijn verkend en nu kunnen ze zich gaan profileren. "Mijn mening moet gehoord worden, ik ben er ook." Voor een buitenstaander is de groep rumoerig. Er zijn botsingen, onenigheid en ruzietjes. Dit hoort bij deze fase en hoeft niet verontrustend te zijn. De hiërarchie wordt bepaald.  De leerkracht laat merken dat conflicten bij het leven horen, maar dat de manier van oplossen wel belangrijk is. Conflicten worden samen uitgepraat. 
 
Het resultaat van de stormingperiode kan heel verschillend zijn. De ene groep wordt een positief samenwerkende groep, in een andere groep staat concurrentie en machtsstrijd voorop. Weer een andere klas valt uiteen in subgroepen of een hoofdgroep met enkele outsiders. Waarschijnlijk heb je liever de positief samenwerkende groep als jouw klas. Onder de groepsfases kun je lezen hoe je die klas kunt krijgen. 
 
3. Norming
 
De leiders die in de vorige fase boven kwamen drijven, bepalen hoe er in de groep met elkaar wordt omgegaan. Zij bepalen soms onbewust, soms bewust, de ongeschreven regels. Deze normen staan eigenlijk zo goed als vast en veranderen bijna niet meer. Het is dus zaak om als leerkracht te zorgen dat er positieve groepsnormen zijn ontstaan vóór deze "vaststaan."  Dit kun je bewerkstelligen door de leiders een positieve rol te geven en door de groep bewust te maken van hun gezamenlijke kracht tegen ongewenst gedrag.
 
4. Performing:
 
De groep is klaar voor het werken. De introductieperiode is voorbij. Deze fase gaat bij een groep die echt nieuw is, in na anderhalf tot twee maanden. Bij een groep die elkaar al kent kan deze fase al na twee weken ingaan. De groep keert naar de vorige fases terug als er bijvoorbeeld een nieuw kind in de groep komt, als een werkweek heel intensief beleefd wordt, als er een heel hevig conflict plaatsvindt, of als er een andere ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt. Als leerkracht moet je nu niet denken dat de groep “af” is. Een goede groep vergt onderhoud gedurende het hele jaar.
 
5. Termination
 
De groep nadert het eind van het jaar. De meeste leden zullen dat jammer vinden. Het kan zijn dat ze gaan mopperen op alles en iedereen. Zo wordt het afscheid minder zwaar, want het is immers niet zo leuk hier? Ook kunnen groepjes gaan klitten. Ze spreken ook vaak af elkaar snel weer te zien.
 
Als laatste kan er normvervaging optreden. Nu alles toch ophoudt, zijn de groepsregels ook niet meer zo belangrijk. Het is duidelijk dat groepen 8 deze fase heviger doormaken dan de andere groepen op school. Als leerkracht kun je wel begrip hebben voor dit proces, maar je moet er tevens voor zorgen dat de regels blijven zoals ze waren. Accepteer dus niet al het gedrag wat hieruit voortkomt en blijf wijzen op de afspraken.

Bronnen:

Horeweg, A. (2014). Groepsprocessen in de klas. Geraadpleegd op 31-01-2018, van https://wij-leren.nl/groepsprocessen.php