Een belangrijk aspect bij het omgaan met probleem gedrag zijn natuurlijk de onderwijs kwaliteiten van de leerkracht. Hoe de leerkracht omgaat met het gedrag van een leerling of leerlingen op het moment suprême is misschien wel de grootste kracht en valkuil.  spreken hierbij van pedagogische tact. De interactie tussen de leerkracht en de leerling vormt het hart van het onderwijs. Een leerkracht moet vertrouwen hebben in de natuurlijke zin in leren en nieuwsgierigheid in de wereld om ons heen. Leerkrachten moeten er alles aan doen om aan deze nieuwsgierigheid en motivatie te beantwoorden.

Een leerling is eigenaar van zijn eigen ontwikkeling en de leerkracht is er om daarbij te ondersteunen. De ontwikkeling van een leerling is een dynamisch, onvoorspelbaar en individueel proces. Als leerkracht kan je nooit de ontwikkeling van een leerling overnemen want iedere leerling heeft zijn eigen uitdagingen en unieke talenten. De leerkracht moet zijn leerlingen dus kennen en weten waar ontwikkelingskenmerken verschillen of juist overeenkomen. De leerkracht luistert, enthousiasmeert, bemoedigt en ondersteunt en weet wat leerlingen nodig hebben om gemotiveerd deel te nemen aan het onderwijs .

De interactie die er plaatsvind is een constante wisselwerking waarbij het gedrag van de leerkracht dat van de leerling beïnvloed en visa versa. De leerkracht gedraagt zich hier vanuit zijn visie op onderwijzen en opvoeden, toekomstperspectief en verwachtingen over ontwikkelingen. Een leerkracht moet zich dus erg bewust zijn van de keuzes die hij in een split second maakt en waaruit deze keuzes voortkomen. Pedagogische tact is op het goede moment de goede dingen doen en zeggen, ook in ogen van de leerlingen.